Afkoelen en opdrogen

Aife lie met slome passen naar de waterval. Ze geeuwde en ging zitten, haar straat liet ze in het water hangen.
Het water was heerlijk koel en schoon. Aife dacht even na en sprong er toen in.
na een tijdje te hebben gezwommen, klom ze weer aan de kant en ging in de zon liggen opdrogen.

Darwin keek aandachtig naar de tijger. Zelf hield hij niet van water, dus hij had wel wat respect voor tijgers.
Hij zat daar maar.

Aife had de cheetha opgemerkt. Ze keek over haar schouder en liep naar hem toe ''Wie ben jij?''gromde ze zacht.

Darwin keek geammuseerd naar de tijger. 'Moet je dat weten voor dat je me gaat bedrijgen of doden?'
Darwin grijnsde.
'ik heet Darwin'.

''Zo ben iik nou eenmaal, ik ben Aife aangenaam'' Zei Aife. Ze ging zitten, een zacht briesje speelde door haar vacht.

'Zijn tijgers zo eenmaal of alleen jij', vroeg Darwin aan haar.

''Ik, de rest zijn zwakkelingen'' Zei Aife spitst. Haar familie was dood, door haar. Ze had zich uitgeleeft op hun. Ze grijnsde even en zei ''En jij bent ook goed of wat?''

'ik ben neutraal, waarom zou ik goed zijn? Of waarom zou ik slecht zijn?'
Hij keek haar aan.
'Ik dood voor mijn plezier, maar alleen dieren die ik niet mag. Niet de dieren die ik nog nooit heb gezien.

''Ik moord als het moed, of als ik me verveel zoals nu'' Gromde Aife
Ze keek Darwin kil aan en grijnsde vals.

Darwin grijnsde. 'Ben je bloedorstig aan het worden?'
Hij ging om haar heen lopen.
'Verman jezelf en ga leeuwqen doden, zij zijn toch de koningen van de jungle?

''Ik ben al mijn hele leven bloeddorstig. Er staat nu toevallig een jongere cheeta voor me, misschien een lekker voorafje'''Zei Aife en sprong op Darwin. Ze was groter dan hem en duwde hem tegen de grond, ''Nog een laatste woord'' grijnsde ze en zette haar tanden in zijn nek.

(ik dood je niet)

( i know )

Darwin vluchte uit de kaken van Aife. Hij vluchte razend snel weg. 'Tijgers', zei hij zachtjes.
'ik zie je nog wel Aife', riep hij nog.